Toen Japan in de tweede helft van de 19e eeuw, na eeuwen van isolement, zijn deuren opende voor de wereld, had dit een enorme impact op de Westerse kunst. De komst van Japanse prentkunst, vooral de ukiyo-e houtsneden, inspireerde impressionistische en postimpressionistische kunstenaars. Deze wederzijdse artistieke beïnvloeding noemen we Japonisme.

Japonisme: Een revolutie in de Westerse kunst

De ontdekking van Ukiyo-e

Ukiyo-e, wat letterlijk ‘prenten van de vlietende wereld’ betekent, beleefde zijn hoogtepunt tijdens de Edo-periode (1603-1868). De term ‘ukiyo’ verwijst naar het boeddhistische idee van vergankelijkheid, maar kreeg een hedonistische invulling: het genieten van het moment. Deze prenten beeldden het dagelijks leven, de uitgaansdistricten, landschappen en de natuur af. Kunstenaars als Hokusai, Utamaro en Hiroshige maakten deze prenten oorspronkelijk voor een breed publiek, en door de relatief lage prijs ontstond er een levendige markt.

De unieke stijl van Ukiyo-e

De stijl van ukiyo-e was uniek: heldere kleuren, afgevlakte perspectieven, asymmetrische composities en gedurfde uitsnijdingen. Dit alles stond in schril contrast met de traditionele Westerse kunst. Vooral Hokusai en Utamaro, met hun vernieuwende composities en kleurgebruik, zouden een enorme invloed hebben op Westerse kunstenaars.

Japonisme verspreidt zich

De term ‘Japonisme’ werd in 1872 geïntroduceerd om de Westerse fascinatie voor Japanse kunst en cultuur te beschrijven. Kunsthandelaren, zoals Siegfried Bing, speelden hierin een grote rol. Zijn Parijse winkel werd een ontmoetingsplek voor kunstenaars en verzamelaars, waar ze Japanse kunst konden bekijken en kopen.

Impressionisme en de Japanse invloed

Japanse prentkunst had een diepgaande invloed op de impressionisten. Het bood een nieuw perspectief op compositie, kleur en thematiek.

Nieuwe composities

Ukiyo-e week af van de Westerse perspectiefregels. De vlakke, decoratieve stijl, ongebruikelijke standpunten en gedurfde uitsnijdingen inspireerden kunstenaars als Edgar Degas. Zijn interesse in asymmetrie en het vastleggen van vluchtige momenten, zoals te zien in ‘Het Bad’ (1886), laat de invloed van Hokusai’s werk zien.

Revolutionair kleurgebruik

Het kleurgebruik in ukiyo-e was revolutionair voor die tijd. De heldere, verzadigde kleuren en het ontbreken van traditionele schaduwwerking contrasteerden sterk met de Westerse schilderkunst. Vincent van Gogh was diep onder de indruk. Hij kopieerde werken van Hiroshige, waaronder ‘Brug in de regen (naar Hiroshige)’ (1887), en maakte de kleuren levendiger.

Andere thema’s

Ukiyo-e toonde alledaagse taferelen, landschappen en het leven van gewone mensen. Deze focus op het moderne leven sprak de impressionisten aan. Monets tuin in Giverny, inclusief de Japanse brug, was direct geïnspireerd door Japanse prenten. Zijn omvangrijke collectie ukiyo-e is daar nog steeds te bewonderen. Ook Mary Cassatt vond inspiratie in Japanse kunst, net als Degas. Haar prent ‘De Coiffure’ (1890-1891) vertoont gelijkenissen met werk van Kitagawa Utamaro, zoals ‘Takashima Ohisa die twee spiegels gebruikt om haar kapsel te observeren’.

Verdere voorbeelden

Een ander treffend voorbeeld is Manets portret van Emile Zola (1868), waarin een Japanse houtsnede en een goudkleurig scherm te zien zijn, wat de intellectuele interesse in Japonisme toont. Ook Van Gogh was een fervent verzamelaar en integreerde Japanse prenten in de achtergrond van zijn portretten, zoals in het ‘Portret van Père Tanguy’ (1887).

De invloed na het impressionisme

De invloed van ukiyo-e ging verder dan het impressionisme. Ook postimpressionisten als Toulouse-Lautrec en Gauguin, en Art Nouveau-kunstenaars zoals Gustav Klimt, lieten zich inspireren. Sommigen beschouwen Hokusai zelfs als een voorloper van de moderne Westerse kunst.

Japonisme in toegepaste kunst

De invloed van het Japonisme was niet beperkt tot de schilderkunst. Ook in de toegepaste kunsten, zoals meubelontwerp, keramiek en textiel, werden Japanse motieven en stijlen populair. Denk aan het gebruik van bamboe, lakwerk en asymmetrische decoraties.

Japonisme in musea

De impact van Japonisme is ook terug te zien in de ontwikkeling van musea. Het Victoria and Albert Museum begon al in 1852 met het verzamelen van Japanse kunst. En het Boston Museum of Fine Arts heeft, dankzij de bijdragen van Isabella Stewart Gardner, een belangrijke collectie Japanse kunst.

Japonisme nu

De invloed van ukiyo-e en Japonisme is tot op de dag van vandaag zichtbaar. De esthetiek van ukiyo-e, met de nadruk op lijn, kleur en compositie, blijft een inspiratiebron voor hedendaagse kunstenaars, ontwerpers en illustratoren. De populariteit van manga en anime, Japanse strips en animatiefilms, kan deels worden gezien als een voortzetting van de ukiyo-e traditie, met hun dynamische beeldtaal en verhalende kracht. De fascinatie voor de Japanse cultuur, begonnen in de 19e eeuw met het Japonisme, blijft voortbestaan.

Conclusie

De ontmoeting tussen Oost en West, via de Japanse prentkunst, was een keerpunt in de kunstgeschiedenis. Ukiyo-e bood Westerse kunstenaars, en met name de impressionisten, een nieuw visueel vocabulaire en een andere manier van kijken. Deze kruisbestuiving heeft de Westerse kunst blijvend veranderd en de invloed is nog steeds merkbaar.

Author admin
Published
Views 127
youplay